"Dat zie je niet in statistieken maar is wel belangrijk voor het team"

Het besef dat hij het kon schoppen tot profvoetballer kwam bij de IJslander op 13-jarige leeftijd: “Mijn broer speelde in Norwich onder 18, mijn vader en ik woonden ook een jaar in Engeland en ik mocht dat seizoen met Onder 13 meetrainen en -spelen. Daar kreeg ik wel de bevestiging dat ik talent had.” De middenvelder kwam in 2020 bij Jong Ajax en groeide langzaam uit tot een vaste waarde in het eerste elftal van de Amsterdammers.

De voetballer stelde als doel om een belangrijke speler voor Ajax te worden en is daar naar eigen zeggen op weg naartoe: “De 2-4 bij Heracles gooide de wedstrijd in het slot. De pass van Devyne Rensch was goed tussen de linies, maar moeilijk te controleren. Speciaal om de verdedigers te kunnen verrassen, heb ik de laatste tijd veel aan afwerken met links gewerkt. Als dat dan lukt, geeft het wel voldoening.” Hlynsson geeft aan dat hij vooral met zijn hoofd voetbalt: “Ik ben me goed bewust van hetgeen er om me heen gebeurt. Daarnaast ben ik vrij technisch.”

Toch vindt de middenvelder het nog niet genoeg wat hij laat zien bij Ajax. Zo is hij van mening dat hij meer moet creëren voor zijn ploeggenoten: “Niet alleen qua assists, maar ook door met mijn loopacties ruimte te maken, waardoor zij de kansen krijgen. Dat zie je niet terug in statistieken, maar is wel heel belangrijk voor het team. In de Eredivisie heb ik nu zes keer gescoord. Tien zou een mooi aantal zijn.”

Ook de trainer van de Amsterdammers verwacht meer te zien van Hlynsson: “John van ’t Schip wil actie en reactie. Als we de bal kwijtraken, moeten we die zo snel mogelijk weer terug hebben. En hij verlangt van me dat ik tussen de linies voetbal, scoor en assists lever. Wat er in het Ajax-systeem verdedigend van me wordt verwacht, heb ik in Jong Ajax kunnen leren,” besluit de Ajacied.