'Achteraf kwam het me niet slecht uit dat Sukkie wel kon voetballen''
Hyun-Jun Suk groeide in zijn tijd bij Ajax uit tot absolute cultheld. De Zuid-Koreaan stond langs de kant van het trainingsveld en bleef vragen of hij mee mocht trainen: met succes.
"In het begin lachte ik het weg, wat moet je anders met zoiets? Maar een dag later stonden ze er weer, en de volgende dag ook, en dat ging zo maar door. Na een paar dagen dacht ik: Ach, waarom ook niet? Je weet het maar nooit. Ik gaf onze teammanager David Endt de opdracht om hem uit te nodigen voor wat trainingen en oefenwedstrijdjes bij Jong Ajax", zo begint toenmalig Ajax-trainer Martin Jol tegenover Voetbal International.
Jol is blij dat Suk nog minuten heeft gemaakt bij Ajax. "Achteraf kwam het me niet slecht uit dat Sukkie wel een beetje kon voetballen. Stel dat hij er niets van had gekund, dan hadden ze allemaal geroepen: Daar heb je die rare Hagenees weer met zijn fratsen. Nu werd het een cultheld voor het leven en kwam een voetbalsprookje tot stand. Volgens mij had iedereen er ook wel lol in, van de speler zelf, tot zijn medespelers, tot de supporters."
"Sukkie, ach, het was een heel leuk ventje. En leuk is vaak ook goed. Daarom verbaast het me niet dat hij door de supporters is verkozen tot dé cultheld van Ajax. We hebben met zijn allen in een korte tijd een hoop plezier aan hem beleefd. En hij zelf nog wel het meest, denk ik", zo besluit Jol.